Raadscommissie

Inhoud
Het beleid voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval is een wettelijke taak van gemeenten, die deze taak in onze regio hebben overgedragen aan de regio Gooi en Vechtstreek. In de beeldvormende sessie van 6 november 2019 is gesproken over de evaluatie van het huidige beleid, Van Afval Naar Grondstof (2015-2020). Dit als opmaat voor het opstellen van nieuw beleid voor de komende vijf jaar. Regionaal zijn daarvoor nu de vraagstukken geformuleerd en is een startmemo opgesteld. Het betreft de vraag volgens welk ontwikkelscenario in de toekomst vorm wordt gegeven aan de doorontwikkeling van de afvalinzameling en verwerking (scenario A of B) en de systeemkeuzes Diftar en voor- of nascheiding PMD. Tenslotte zijn een aantal koppelkansen benoemd die kunnen worden gewogen of aangevuld.  Elke keuze heeft effect op drie aspecten; duurzaamheid, dienstverlening en kosten.

Besluitvormingsproces raadsvoorstel in de regiogemeenten
De volgende stap in het regionale proces is om de gemeenteraden van de zeven deelnemende gemeenten te vragen richting te geven in de beleidskeuzes door middel van besluitvorming. Dit in nauwe afstemming met de werkgroep Verbetering besluitvorming Regio en vanuit het streven naar informatiesymmetrie in de regio. Regionaal is de volgende planning afgesproken met de bestuurlijke trekkers (Joost Boermans, Bert Rebel en Barbara Boudewijse)
17 augustus PFHO waarin de proceswijziging en het concept raadsvoorstel informerend wordt besproken
25 augustus Concept raadsvoorstel bespreken in de colleges ter voorbereiding PFHO
27 augustus (26, 27 of 28 aug) PFHO besluitvormend
1 september Vaststellen raadsvoorstel in de colleges en doorgeleiding raden
11 september Regiopodium
September -oktober consultatie raden.

De raad adviseren
1. Het startmemo Grondstoffenvisie en de beschrijving van vraagstukken in dit voorstel ter kennisgeving aannemen
2. Richting geven aan de uitwerking van een aantal vraagstukken in de nieuwe Grondstoffenvisie waarbij wordt gekozen voor;
a. Ontwikkelperspectief B waarbij primair wordt gestuurd op duurzaamheidsprestaties van de afzonderlijke stromen afgezet tegen de kosten en gewenste dienstverlening waarbij ook maatschappelijke meerwaarde wordt meegewogen en secundair wordt gestuurd op % afvalscheiding totaal
b. De keuze tussen bronscheiding of nascheiding PMD wordt afgewogen in 2022 op basis van de actuele informatie op dat moment, en te koppelen aan de afloop of verlenging van het contract restafval
c. Op dit moment niet te kiezen voor invoering van DIFTAR ter bevordering van de afvalscheiding
d. In te zetten op de koppelkansen en slimme verbindingen zoals beschreven in het Startmemo Grondstoffenvisie en dit voorstel.

De gemeente moet haar vastgoedobjecten onderhouden. Hiertoe stellen we periodiek een meerjarige onderhoudsplanning (MOP) op. De raad heeft op 11 november 2015 de huidige MOP met een onderhoudshorizon van 2015 tot en met 2034 vastgesteld voor de periode 2015-2019. We halen deze MOP in dit voorstel verder aan als de huidige MOP 2015-2034.
De huidige MOP 2015-2034 is in 2019 geactualiseerd. We halen die geactualiseerde MOP in dit voorstel verder aan als de nieuwe MOP 2020-2034.

De raad voorstellen
1. De meerjarige onderhoudsplanning vastgoedobjecten 2020-2034 en de meerjarige onderhoudsplanning sportparken 2020-2029 vast te stellen voor de periode 2020-2029.
2. Het vereiste onderhoudsniveau voor het raadhuis en de gebouwen van de begraafplaatsen vast te stellen op categorie 2 (hoogwaardig).
3. Het vereiste onderhoudsniveau voor de overige gebouwen vast te stellen op categorie 3 (sober en doelmatig).
4. Het vereiste onderhoudsniveau voor de te verkopen gebouwen vast te stellen op categorie 4 (waardebehoud).
5. Nieuwe onderhoudsvoorzieningen in te stellen voor:
• culturele huisvesting;
• sport;
• jeugd;
• sluizen, gemalen en openbare recreatie;
• overig.
6. De voorzieningen onderhoud raadhuis, stadskantoor en maatschappelijk vastgoed op te heffen, waarbij de saldi worden verdeeld over de nieuwe voorzieningen conform de tabel op pagina 11 van dit voorstel.
7. Vanuit de exploitatie jaarlijks (per saldo) ten opzichte van de kadernota minder te doteren aan de voorzieningen groot onderhoud, te weten voor 2021 € 109.000, 2022 € 58.000, 2023 € 58.000 en 2024 € 147.000. Dit is al verwerkt in de meerjarenbegroting 2021-2024 die in november aan de raad wordt voorgelegd.
8. Ten opzichte van de kadernota een aanvullend onderhoudsbudget beschikbaar te stellen voor de te verkopen panden, te weten voor 2021 € 115.000, 2022 € 70.000, 2023 € -84.000 en 2024 € -14.000. Dit is al verwerkt in de meerjarenbegroting 2021-2024 die in november aan de raad wordt voorgelegd.
9. De begroting 2021, die in november aan de raad wordt voorgelegd, als volgt te wijzigen:
• verdeling van de saldi van de opgeheven voorzieningen over de nieuw in te stellen voorzieningen conform de tabel op pagina 11 van dit voorstel;
• budget beschikbaar stellen voor het vanuit de exploitatie (per saldo) extra doteren aan de voorzieningen groot onderhoud voor 2020 ad € 735.000 conform de tabel op pagina 12 van dit voorstel;
• budget beschikbaar stellen voor een aanvullend onderhoudsbudget voor de te verkopen panden voor 2020 van € 867.000 conform de tabel op pagina 12 van dit voorstel;
10. De door het college opgelegde geheimhouding op bijlage 1.14 “Exploitatie” conform artikel 25 lid 3 van de Gemeentewet te bekrachtigen..

Op 2 oktober 2019 heeft de commissie Z&S het college geadviseerd over de uitvoeringsnotitie Buurten 3.0. Wethouder Scheepers heeft in deze vergadering toegezegd de uitvoeringsnotitie aan te passen aan de hand van de adviezen en het eindproduct toe te sturen (T19/131).

Ook heeft de wethouder toegezegd bij de commissie Z&S terug te komen met een nieuwe opzet van het digitale platform (T19/133). Het digitaal platform is één van de ambities van het speerpunt ‘Meer laagdrempelige interactie’ uit de uitvoeringsnotitie Buurten 3.0. De ambitie is om een wijkgericht, interactief platform voor bewoners, organisaties en gemeente te ontwikkelen, wat toegankelijk is en laagdrempelige communicatie mogelijk maakt.

Het voorliggende Programma van Eisen Digitaal Platform is een uitwerking van deze ambitie, waarin de wensen, eisen en randvoorwaarden beschreven staan waar het platform aan moet voldoen. Er wordt inzichtelijk gemaakt welke stappen richting een digitaal platform er op de gemeentelijke website Hilversum.nl al zijn gezet, de zgn. quick-wins, en welke quick-wins er op korte termijn nog te behalen zijn. Tevens zijn de conclusies en aanbevelingen van de pilot Locali en de uitkomsten van het onderzoek naar andere landelijke (bewoners)sites opgenomen.

In de raadsplanning 2020 staat voor de commissie Z&S in september de aangepaste uitvoeringsnotitie Buurten 3.0 geagendeerd. Hierbij zou de nieuwe opzet van het digitaal platform als bijlage toegevoegd zijn. Echter kiest het college ervoor, eerst advies te vragen aan de commissie over het digitaal platform, zodat dit advies ook meegenomen kan worden in de uitvoeringsnotitie. Daarna zal het college de aangepaste uitvoeringsnotitie Buurten 3.0 ter kennisname naar de commissie sturen.

Het college adviseren over het Programma van Eisen Digitaal Platform